Werkwoorden zijn misschien wel de belangrijkste woordsoorten in een taal en het is dan ook van groot belang om juist deze goed te kennen. Op deze pagina vind je uitleg over de werkwoorden en verwijzingen naar verschillende oefeningen.
Net als in het Nederlands moeten ook in Italië de werkwoorden worden vervoegd. Sterker nog, dit is ontzettend belangrijk in het Italiaans! Want in deze taal is het gebruik van het persoonlijk voornaamwoord (ik,jij etc.) niet vanzelfsprekend. Dit kun je namelijk afleiden uit de persoonsvorm!
Bijvoorbeeld: In het Nederlands moet je zeggen ik eet, want wanneer je alleen 'eet' zou zeggen, weet je niet of het ik, jij, of hij/zij/het is. In het Italiaans weet je met mangio (ik eet) genoeg, want mangi (jij eet) en mangia (hij/zij/het eet) verschillen.
De Italiaanse taal kent - gelukkig - veel regelmatige werkwoorden. Deze werkwoorden worden dan vervoegd volgens een bepaald schema. Er zijn drie soorten uitgangen, waar een Italiaans (regelmatig) werkwoord toe kan behoren:
Helaas zijn er ook een hoop onregelmatige werkwoorden. Dat zijn werkwoorden die niet passen in het 'normale' rijtje en simpelweg uit het hoofd geleerd moeten worden. Hieronder vind je een lijst met veel voorkomende onregelmatige werkwoorden.
Bij Falo vind je veel uitleg over verschillende werkwoordstijden en werkwoordsvormen. Hieronder vind je een overzicht van uitgebreide uitlegpagina's, maar regelmatig verschijnen er ook 'Minuutjes Italiaans', waarin een grammaticaaal onderwerp bondig wordt uitgelegd.
Denk je al wel wat te weten over de Italiaanse werkwoordsvormen en -tijden? Test je kennis dan met onderstaande oefeningen! Over sommige onderwerpen zijn meerdere oefeningen beschikbaar, zodat je kunt blijven oefenen.
Bij Falo hebben we onze digitale assistent Falina. Zij kan jou helpen om wat meer verdieping te geven. Ga hieronder het gesprek aan.